OVER MIJ
ARTIKEL ADFORMATIE
Visualize This
Freelance artdirector Bart Bus (46) raakte tijdens een vakantie in Amerika op een parkeerplaats – of all places – met een Hollywood-coryfee aan de praat. Een jongensboek was in de maak.
Opeens gonsde er in het reclamevak een gerucht. Of liever gezegd, een mooi verhaal. Dat Bart Bus ‘ontdekt’ zou zijn door Hollywood. Dat Bart Bus de zoon is van Bert Bus, de legendarisch striptekenaar van ‘Archie, de Man van Staal’. Dat Bart op jongere leeftijd ook goed kon tekenen, maar dat hij zich nogal verzette tegen zijn vader. Dat hij met zijn talent in de reclame terechtkwam, en dat zijn vader dat verschrikkelijk vond. Dat Bart een verdienstelijk creatief is, maar geen Lampen-kanon. Dat hij bescheiden is, en in zijn vrije tijd schetst. Dat Bart een geboren visualiser is. Dat hij met vakantie naar Amerika ging, en dat Bart daar… Om een lang verhaal kort te maken: what’s the story, morning glory?
Het contrast tussen het beeld van Hollywood en Bus’ degelijke appartement in de Spaarndammerbuurt in Amsterdam kan haast niet groter. Wat onwennig, maar voorkomend laat Bus computerschetsen zien, die hij heeft gemaakt voor de [nog uit te komen] film Baby Zombies van regisseur Chris Walas. ‘Ik was altijd al fan van Chris. Hij is begonnen als make-up artist voor films als Star Wars, Indiana Jones en Gremlins, en was later verantwoordelijk voor de special effects in The Fly, Arachnophobia en Ghost. Oorspronkelijk maakte hij feestmaskers voor een rubberbedrijfje. Hij is er ook ingerold; nu is hij schrijver, producent en regisseur. Toen ik hem zou ontmoeten, dacht ik wel even: wow. In zijn thuisstudio, met allemaal originele Gremlin-poppen, voelde ik me als een jongetje in een speelgoedwinkel.’
Met bijna dezelfde nederigheid – het tekent Bus – praat hij ook over het ‘aardse’ DDB, waar hij onlangs een paar maanden met copywriter André Dammers in huis zat. ‘Het is een geoliede machine en het hoge niveau is onwaarschijnlijk stabiel. Creatief directeuren Joris Kuijpers en Dylan de Backer zijn altijd op zoek de waarheid in een briefing’, aldus Bus, die in vaste dienst werkte voor onder meer Grey, DMB&B en FHV BBDO en in 1995? een Accent, Effie en Eurobest Award won voor Sire’s vuurwerkcampagne Hij roemt met name de campagnes voor Sire (pleegouders), Ziggo (de favoriete tv-avond van) en Eneco (zon). ‘Heel verschillend, maar heel duidelijk. Ze raken de juist snaar.’
Wat is zijn eigen kracht als artdirector? Weifelend: ‘Ik pas me makkelijk aan. En mijn inlevingsvermogen, denk ik.’ Ach, hij prijst zich rijk, in deze barre tijden – hij leeft op dit moment in the best of both worlds, vind hij. ‘Behalve dat het geen kwaad kan mezelf een beetje op de kaart te zetten, is dat de reden dat ik mijn verhaal wil vertellen. Veel freelance creatieven zijn vaak met een bepaald talent reclamewerk gaan doen, terwijl ze veel meer kunnen. Ik zou willen zeggen: ga niet bij de telefoon zitten wachten.’
Euforisch
Goed, de anekdote. Bus: ‘Mijn (inmiddels ex)vrouw Carla en ik wilden altijd nog een keer naar Californië. Carla is daar vaak geweest als stewardess en heeft er vrienden, en ik heb er ooit in een zomerkamp gewerkt. Op een gegeven moment sta ik op de parkeerplaats van een winkelcentrum in Santa Barbara, komt er man op me af, die me vraagt of ik een brandweerman ben. Er waren op dat moment bosbranden. Nee, dat niet. Maar ik had wel een t-shirt aan van zijn favoriete visrestaurant Brophy Brothers. We raakten aan de praat. Ik vertelde hem dat ik sinds kort tekende op de computer, hij vertelde me dat hij producer was en vroeg me wat op te sturen. Hij gaf me een kaartje met een adres in Beverly Hills.’
Eenmaal terug in Nederland twijfelde Bus, maar zijn vrouw spoorde hem aan. ‘Dit wordt je doorbraak’, grapte ze. Binnen no time kreeg Bus een reactie. Of hij als de wiederweerga terug wilde komen. De man, Jon K. Williams, bleek een spin in het Hollywood-web te zijn. Bus: ‘Stond ik opeens op een nieuwjaarsfeestje met Bruce Reitherman, de stem van Mowgli in The Jungle Book, Kirk Thatcher, regisseur van The Muppet Show, Chris Walas en acteur James Caan. Ik moest me wel wat moed indrinken, maar het was heel relaxed. Na afloop waren Carla en ik euforisch: we waren op een Hollywood-feestje geweest!”
Bus is in de afgelopen maanden driemaal terug geweest, deed wat kleine klusjes en heeft met Baby Zombies – ‘een horrorfilm met Gremlin-achtige humor’ – inmiddels zijn eerste serieuze opdracht binnen. ‘Chris Walas heeft al gevraagd of ik langer wil blijven, en Jon blijft me voorstellen aan andere producers en regisseurs – ik ben een beetje zijn ontdekking. Hoe dat gaat? Dan organiseren ze informele filmavonden. Zo heb ik Simon laten zien. Ze vonden Cees Geel geweldig. Ja, voor hen ben ik ook een curiosum. En ze maken natuurlijk grapjes over hoe ik op een parkeerplaats ben “opgepikt”’, aldus Bus.
Brad Pitt
Wat doet een visualiser eigenlijk precies? Bus, die gemiddeld een avond doet over een schets: ‘Neem een film als Batman. Hoe ziet het gebouw eruit waar hij vanaf springt? Wat is de sfeer? Dat is voor decorbouwers en propmakers, het hele art department, onontbeerlijk. Je laat zien hoe dingen die niet in het script staan eruit zien. Dat gebeurt in nauw overleg met de regisseur. Als dat allemaal akkoord is, met de producenten, worden de story boards getekend. Een regisseur kan het beste zijn visie overbrengen aan de hand van beelden. Sterker nog, scripts worden vaak verkocht dankzij visualisers. Dat wordt nog wel eens onderschat.’
Is het niet raar dat een ‘nobody’ als Bus een kans krijgt? Is hij nou zo goed, of zijn de ongetwijfeld talloze visualisers in Hollywood zo slecht? ‘Nee, de besten zitten al in Hollywood. Er werken soms hele ploegen aan een film. Tja, waarom ik? Ik zou het eigenlijk niet weten. Ik kan dit, ben Jon tegengekomen en word ingehuurd. Waarom is Brad Pitt ooit ingehuurd? Een kwestie van geluk, denk ik. Maar ik zou graag met de grote jongens werken.’
Zoveel talent, ontdekt door Hollywood en nog bescheiden. ‘Het is nooit goed genoeg. Dat zal ik altijd wel houden; het kan altijd beter. Als ik iets van mezelf een maand later terugzie, vind ik het vaak niks meer. Ja, ik heb wel altijd getekend. Veel mensen kennen me niet anders, ik kan mijn handen niet stilhouden. Maar toen ik Jon ontmoette, had ik nog maar een paar dingen op de computer getekend. In dat opzicht komt dit alles voor mij ook als een verrassing.’
Zou hij ook in Nederland als visualiser aan de slag willen? ‘Ik heb het geduld niet om honderd keer een keuken te tekenen voor een packshot; dat vind ik echt heel knap. Maar als ik naar Nederlandse films kijk, vallen onvolkomenheden mij vaak wel op. Zo zag ik in Oorlogswinter een auto met lichten aan rijden, terwijl straten in de oorlog verduisterd moesten zijn. En een Engelse piloot droeg een oorringetje. In de jaren veertig? Het moet historisch wel kloppen.’
Hij moet meteen aan zijn vader denken, zegt hij. ‘Die hamerde daar altijd op.’ Daarnaast heeft Bus zelf geschiedenis gestudeerd en heeft hij een blauwe maandag nog voor de klas gestaan. ‘Dat was verschrikkelijk. De motivatie was nihil. Zonde van mijn energie’ Maar het geeft aan waar Bus’ fascinatie voor historische feiten en daarmee oog voor detail vandaan komen. ‘Waargebeurde verhalen zijn vaak nog ongeloofwaardiger dan films. Zoals roddels leuker zijn wanneer ze blijken te kloppen. Daar wil ik dan alles van weten’, lacht Bus. Zijn held is Alexander de Grote. Ook dat kreeg hij mee van zijn vader, die hem ooit een boek over de koning van Macedonië (356-323 v.Chr.) gaf. ‘Misschien was het wel een eikel à la Hitler, dat weten we niet. Maar zijn leven was een jongensboek. Zijn rijk reikte tot India.’
Knutselen
Goed, de ‘legendarische’ vader is ter sprake gekomen. Hoe zit dat nu precies? Bus: ‘Mijn vader was compleet verslaafd aan striptekenen. Maar hij verdiende niet veel, omdat hij in vaste dienst werkte. Ik had in mijn jeugd niet zoveel met strips. Het was zo gewoon. Als de halve school op z’n kop stond, omdat de nieuwe Asterix uit was, had ik hem een paar dagen daarvoor al bij ons thuis zien liggen. Ik heb veel van zijn albums verwaarloosd. Doodzonde. Nu vind ik het leuk.’ Zoals zijn vader het leuk vindt wat er nu met Bus gebeurt. ‘Eindelijk doe je iets waar je goed in bent, zei hij laatst. Hij vindt reclame niks. Hij begrijpt het creatieve proces, maar vindt het doel zonde. Wat ik wel met hem eens ben, is dat commercials vaak irritante onderbrekingen zijn. Eigenlijk zou een heel blok net zo vermakelijk moeten zijn als een film.’
Maar zelf reclame maken vindt hij nog te boeiend om zomaar op te geven. ‘Het is elke keer weer anders. Het is een beetje als samen knutselen.’ Dat neemt niet weg dat Bus zich het liefst onderdompelt in compleet andere werelden, in grote, meeslepende verhalen. Dat is hem met de paplepel ingegoten, en geeft hij inmiddels door aan zijn zoontje Benjamin ‘Ik vertel hem uiterst avontuurlijke bedverhalen.’
Is hij ook bereid zichzelf onder te dompelen in een echt avontuur, en zijn biezen te pakken en te emigreren? ‘Als ik denk aan het weer, de ruimte, de zee, het prachtige landschap en de mogelijkheden daar – ook voor Benjamin – wel. Mijn vrouw Carla zou ook niets liever willen. Maar ik kan er nog geen peil op trekken hoelang dit avontuur daadwerkelijk duurt. Mijn jongensdroom is hoe dan ook uitgekomen. De een droomt ervan om bij Ajax te spelen, ik wilde altijd in Hollywood werken. Waar ik me nu al op verheug, is dat ik straks een bioscoopzaal zit en de hele zaal al leeggestroomd is, en ik mijn naam op de aftiteling zie. Dat vind ik het leukste hieraan: dat ik dit een jaar geleden niet had kunnen dromen. Het jongensboek zit nog in mij.’